Zie verder voor een grotere tekst
Zie verder voor een duidelijker tekst
De kortste weg naar de tafel
Lezers van Boer&Tuinder kennen Luc Callemeyn nog wel van
de tijd toen hij regelmatig zijn gedachten neerpende in de rubriek ‘Dagboek’.
Zo weten velen ook dat Luc en Krista zelf melk verwerken en aan de man brengen.
We gingen luisteren naar de ideeën die daar achter zitten en wat hen drijft.
Patrick
De boerderij van Krista en Luc wordt al een viertal generaties uitgebaat door de familie, maar we spreken niet van een historische boerderij
. “We willen ons ook niet zo profileren”,
stelt Luc, “We hebben een moderne boerderij en we werken met moderne middelen.
Je zal ons op AgriFlanders of een andere beurs ook nooit in boerenkiel of
traditionele klederdracht zien. Het is een deel van onze visie om te tonen dat
we moderne boeren zijn.”
Kleinschalig begonnen
Krista was gebeten door de microbe om een meerwaarde te geven aan de melk en ook graag
wat handel te doen. Van opleiding is zij naaister/atelier-leidster. Daar leerde
ze te organiseren, de benodigde hoeveelheid werk in te schatten en medewerkers
te leiden. Wanneer ’s morgens onze medewerkers voor de kaasmakerij toekomen,
staat de tobbe met melk klaar, en kunnen
ze onmiddellijk beginnen afvullen. Dit
wordt doorgetrokken in de gehele productie”
Luc vertelt dat de verwerking heel kleinschalig begon in 1990
met het afromen van melk en ze maakten boter met karnemelk en verkochten veel room
aan bakkers en restaurants. Een boeiende tijd ! Van de magere melk maakten ze
plattekaas en yoghurt. Ze stopten met het leveren van room hoofdzakelijk
omwille van het feit dat de distributie enorm veel tijd vergde. Als alternatief
begonnen ze in 1995 met de kaasmakerij. “Je kan daardoor heel wat melk
verwerken zonder dat je nadien een houdbaarheidsprobleem hebt. Jonge kaas wordt
oude kaas, je hoeft ze niet snel te verkopen.”
Rationele aanpak
Ondertussen produceren Luc en Krista niet meer op afroep,
maar in een vast systeem. Ze verwerken al drievierde van hun melkproductie, de rest gaat nog naar
de melkerij. “Wanneer we de week voordien voorzien dat we niet zoveel kunnen verwerken kunnen we de
melkerij verwittigen en komen ze alle
melk ophalen, daardoor hebben wij altijd
keuze over het verwerkte volume. Anders
zouden we op een kwade dag verplicht kunnen zijn om aan een groothandelaar te moeten
vragen om ons teveel aan kaas op te kopen.
Die profiteert daar meteen van door de aankoopprijs te drukken! Een stuk
van onze visie is dat we niet – of toch slechts in heel beperkte mate – leveren
aan de groothandel. Ruim 80% van onze
productie gaat rechtstreeks naar de consument, en die koopt bij ons omdat hij
ons product graag wil”
Colruyt
Een uitzondering op die regel is de samenwerking met CRU, dat deel uitmaakt van de groep Colruyt.
“Er is vanuit de retail veel interesse in lokaal geproduceerde voeding”, duidt
Luc. “Iemand van de Colruyt-groep kwam ons vertellen dat hij onze yoghurt en
plattekaas moest hebben voor een nieuw project, omdat hij ze zo lekker vond.
Dat we in feite principieel niet verkochten aan groothandel of retail was net
een sterk punt voor hen, omdat ze exclusiviteit willen bieden. CRU vaart een eigen koers, ook al maakt het
deel uit van de groep Colruyt.”
Die samenwerking en extra eisen over etikettering door het
voedselagentschap noopte wel tot het ontwikkelen van een aangepaste verpakking. Zo moesten we de ingrediënten, de nutritionele
waarde en een barcode op de verpakking kunnen zetten. Een verzegeling moet de
klant garanderen dat de verpakking nog niet werd geopend. We zagen een
mogelijkheid om dat mee te bekostigen door de extra omzet voor CRU.” In de verpakkingsindustrie worden ze
geconfronteerd met enorme aantallen, 25
à 50.000 bedrukte stuks per soort zijn meestal een minimum en soms betekent dit
een voorraad voor meer dan 5 jaar. Je moet daar veel geld in steken en stapelruimte
voor hebben. Voor het ontwikkelen van de
verpakking stak Luc enorm veel praktische ideeën op tijdens een reis met het
Innovatiesteunpunt naar Engeland. Luc bracht een aantal aansprekende verpakte
producten mee. Zo deed hij ook aankopen in Vlaanderen. En steeds opnieuw
vergelijken en selecteren. “Wij wilden zo standaard mogelijk gaan. We hebben
immers een grote verscheidenheid aan producten en we kunnen ons financieel niet
permitteren om telkens een andere verpakking te ontwikkelen.” Luc haalt er enkele
dozen bij. De zwartwit bedrukking van de zegels met Baliehof is steeds
hetzelfde, maar ieder product heeft een andere opdruk met specifieke ondersteunende
kleur. De potten zijn nu nog wit, maar die moeten uiteindelijk ook bedrukt
worden want het kleven van stickers vraagt veel werk en verhoogt de kans op
fouten. “We hebben ook geïnvesteerd in een datumdrukker. Om dat in te voeren
hebben we ook het verpakken volledig geautomatiseerd, potjes vullen met een kan
is echt wel verleden tijd” Een vereenvoudiging is dat de zegels zowel op de
potten van 500 g als op die van 200 g passen. We overwogen een moment om
de overcaps te bedrukken, maar dan gaat
de informatie verloren wanneer de consument dat dekseltje weggooit. Voor al die
afwegingen heb ik veel hulp gekregen van Patrick Pasgang van het
Innovatiesteunpunt.”
Markten
Omdat de winkel op de boerderij (open op vrijdag en zaterdag)
een te beperkt cliënteel opleverde om de groeiende productie op te vangen,
namen Krista en Luc een markthandel over. “Als de mensen niet voldoende naar de
hoevewinkel komen, dan moeten we zelf naar de mensen gaan”, verantwoordt Luc
die beslissing. Krista staat met een medewerkster 3 dagen in Brugge en ook nog
een dag in Oostkamp. “De mensen op de markten vormen een heel trouw cliënteel
en de markt is echt wel een dragende
pijler van onze afzet. Daarnaast zoeken we de mensen ook op tijdens beurzen,
zoals AgriFlanders of straks op de Jaarbeurs in Roeselare. Kleinere evenementen
bouwden we wel af, soms verdienden we niet eens ons standgeld.”
Maar dat belet niet dat Luc en Krista nog inspelen op nieuwe
initiatieven. Recent zijn ze mee gestart met Westreex (www.westreex.be). “We leveren nog rechtstreeks aan
enkele delicatessenzaken. Zo lang wij hier weg zijn op het bedrijf moet er
iemand in onze plaats het werk doen en deze tijd is voor ons te duur. Westreex
laat ons toe iets meer op te schuiven in de richting van de doorverkoop. We verwachten dat dit kan
groeien, binnenkort richten we
bijvoorbeeld een smaakbeurs in. We
werken ook mee aan andere initiatieven. Morgen leveren we voor het eerst
aan een Buurderij die opgestart wordt in Brugge.”
Fiche
Baliehof
Leeftijd: Luc (52) en Krista (51) Callemeyn – Stroo, Lies
(25), Sarah (23) en Sofie (20)
Gemeente: Zerkegem (Jabbeke)
Specialisatie: melkvee, thuisverwerking en thuisverkoop
De visie
over de toekomst van ons bedrijf wordt gedragen door enkele vaste principes die
wij bijsturen in functie van de nood van de tijd. Onze klant tevreden maken is
de eerste voorwaarde.
Streamer:
We
zijn geen traditionele boeren. We werken met moderne hulpmiddelen aan een
bedrijf dat ook nà ons kan worden
verdergezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten