zaterdag 21 november 2015

De Baliehof-video toch weergegeven

Er zijn probleempjes geweest met het weergeven van de Baliehof-video op de home-page van de website.
Om iedereen de kans te geven om toch nog de video te zien plaats ik hem hier nog eens in de Nieuwsberichten.
Veel kijkplezier !


zondag 15 november 2015

Reportage toekomstvisie Baliehof in vakblad Management & Techniek

Een mooie reportage over onze toekomstvisie binnen de wereld van productie en verkoop van Hoeveproducten in het vakblad Management&Techniek van Boerenbond (oplage 11.116 professionele abonnees)

 
Zie verder voor een grotere tekst
 

 
Zie verder voor een duidelijker tekst
 
De kortste weg naar de tafel
Lezers van Boer&Tuinder kennen Luc Callemeyn nog wel van de tijd toen hij regelmatig zijn gedachten neerpende in de rubriek ‘Dagboek’. Zo weten velen ook dat Luc en Krista zelf melk verwerken en aan de man brengen. We gingen luisteren naar de ideeën die daar achter zitten en wat hen drijft.
Patrick
De boerderij van Krista en Luc  wordt al een viertal generaties  uitgebaat door de familie, maar  we spreken niet van een historische boerderij . “We willen ons  ook niet zo profileren”, stelt Luc, “We hebben een moderne boerderij en we werken met moderne middelen. Je zal ons op AgriFlanders of een andere beurs ook nooit in boerenkiel of traditionele klederdracht zien. Het is een deel van onze visie om te tonen dat we moderne boeren zijn.”
Kleinschalig begonnen
Krista was gebeten door de microbe om  een meerwaarde te geven aan de melk en ook graag wat handel te doen. Van opleiding is zij naaister/atelier-leidster. Daar leerde ze te organiseren, de benodigde hoeveelheid werk in te schatten en medewerkers te leiden. Wanneer ’s morgens onze medewerkers voor de kaasmakerij toekomen, staat de tobbe met melk  klaar, en kunnen ze onmiddellijk beginnen afvullen.  Dit wordt doorgetrokken in de gehele productie”
Luc vertelt dat de verwerking heel kleinschalig begon in 1990 met het afromen van melk en ze maakten boter met karnemelk en verkochten veel room aan bakkers en restaurants. Een boeiende tijd ! Van de magere melk maakten ze plattekaas en yoghurt. Ze stopten met het leveren van room hoofdzakelijk omwille van het feit dat de distributie enorm veel tijd vergde. Als alternatief begonnen ze in 1995 met de kaasmakerij. “Je kan daardoor heel wat melk verwerken zonder dat je nadien een houdbaarheidsprobleem hebt. Jonge kaas wordt oude kaas, je hoeft ze niet snel te verkopen.”
Rationele aanpak
Ondertussen produceren Luc en Krista niet meer op afroep, maar in een vast systeem. Ze verwerken al drievierde  van hun melkproductie, de rest gaat nog naar de melkerij. “Wanneer we de week voordien voorzien dat we  niet zoveel kunnen verwerken kunnen we de melkerij verwittigen en komen ze  alle melk ophalen, daardoor  hebben wij altijd keuze over het verwerkte volume.  Anders zouden we op een kwade dag verplicht kunnen zijn om aan een groothandelaar te moeten vragen om ons teveel aan kaas op te kopen.  Die profiteert daar meteen van door de aankoopprijs te drukken! Een stuk van onze visie is dat we niet – of toch slechts in heel beperkte mate – leveren aan de groothandel.  Ruim 80% van onze productie gaat rechtstreeks naar de consument, en die koopt bij ons omdat hij ons product graag wil”
Colruyt
Een uitzondering op die regel is de samenwerking met  CRU, dat deel uitmaakt van de groep Colruyt. “Er is vanuit de retail veel interesse in lokaal geproduceerde voeding”, duidt Luc. “Iemand van de Colruyt-groep kwam ons vertellen dat hij onze yoghurt en plattekaas moest hebben voor een nieuw project, omdat hij ze zo lekker vond. Dat we in feite principieel niet verkochten aan groothandel of retail was net een sterk punt voor hen, omdat ze exclusiviteit willen bieden.  CRU vaart een eigen koers, ook al maakt het deel uit van de groep Colruyt.”
Die samenwerking en extra eisen over etikettering door het voedselagentschap noopte wel tot het ontwikkelen van een aangepaste verpakking.  Zo moesten we de ingrediënten, de nutritionele waarde en een barcode op de verpakking kunnen zetten. Een verzegeling moet de klant garanderen dat de verpakking nog niet werd geopend. We zagen een mogelijkheid om dat mee te bekostigen door de extra omzet voor  CRU.” In de verpakkingsindustrie worden ze geconfronteerd met enorme aantallen,  25 à 50.000 bedrukte stuks per soort zijn meestal een minimum en soms betekent dit een voorraad voor meer dan 5 jaar. Je moet daar veel geld in steken en stapelruimte voor hebben.  Voor het ontwikkelen van de verpakking stak Luc enorm veel praktische ideeën op tijdens een reis met het Innovatiesteunpunt naar Engeland. Luc bracht een aantal aansprekende verpakte producten mee. Zo deed hij ook aankopen in Vlaanderen. En steeds opnieuw vergelijken en selecteren. “Wij wilden zo standaard mogelijk gaan. We hebben immers een grote verscheidenheid aan producten en we kunnen ons financieel niet permitteren om telkens een andere verpakking te ontwikkelen.” Luc haalt er enkele dozen bij. De zwartwit bedrukking van de zegels met Baliehof is steeds hetzelfde, maar ieder product heeft een andere opdruk met specifieke ondersteunende kleur. De potten zijn nu nog wit, maar die moeten uiteindelijk ook bedrukt worden want het kleven van stickers vraagt veel werk en verhoogt de kans op fouten. “We hebben ook geïnvesteerd in een datumdrukker. Om dat in te voeren hebben we ook het verpakken volledig geautomatiseerd, potjes vullen met een kan is echt wel verleden tijd” Een vereenvoudiging is dat de zegels zowel op de potten van 500 g als op die van 200 g passen. We overwogen een moment om de  overcaps te bedrukken, maar dan gaat de informatie verloren wanneer de consument dat dekseltje weggooit. Voor al die afwegingen heb ik veel hulp gekregen van Patrick Pasgang van het Innovatiesteunpunt.”
Markten
Omdat de winkel op de boerderij (open op vrijdag en zaterdag) een te beperkt cliënteel opleverde om de groeiende productie op te vangen, namen Krista en Luc een markthandel over. “Als de mensen niet voldoende naar de hoevewinkel komen, dan moeten we zelf naar de mensen gaan”, verantwoordt Luc die beslissing. Krista staat met een medewerkster 3 dagen in Brugge en ook nog een dag in Oostkamp. “De mensen op de markten vormen een heel trouw cliënteel en  de markt is echt wel een dragende pijler van onze afzet. Daarnaast zoeken we de mensen ook op tijdens beurzen, zoals AgriFlanders of straks op de Jaarbeurs in Roeselare. Kleinere evenementen bouwden we wel af, soms verdienden we niet eens ons standgeld.”
Maar dat belet niet dat Luc en Krista nog inspelen op nieuwe initiatieven. Recent zijn ze mee gestart met Westreex (www.westreex.be). “We leveren nog rechtstreeks aan enkele delicatessenzaken. Zo lang wij hier weg zijn op het bedrijf moet er iemand in onze plaats het werk doen en deze tijd is voor ons te duur. Westreex laat ons toe iets meer op te schuiven in de richting van de  doorverkoop. We verwachten dat dit kan groeien,  binnenkort richten we bijvoorbeeld een smaakbeurs in. We  werken ook mee aan andere initiatieven. Morgen leveren we voor het eerst aan een Buurderij die opgestart wordt in Brugge.”
 
Fiche
 Baliehof
Leeftijd: Luc (52) en Krista (51) Callemeyn – Stroo, Lies (25), Sarah (23) en Sofie (20)
Gemeente: Zerkegem (Jabbeke)
Specialisatie: melkvee, thuisverwerking en thuisverkoop
De visie over de toekomst van ons bedrijf wordt gedragen door enkele vaste principes die wij bijsturen in functie van de nood van de tijd. Onze klant tevreden maken is de eerste voorwaarde.
 
Streamer:
We zijn geen traditionele boeren. We werken met moderne hulpmiddelen aan een bedrijf dat ook  nà ons kan worden verdergezet.
 

Niet allemaal Bling-Bling hé ?

Je moet in het leven leren om keuzes te maken. Bij het opmaken van de website Baliehof was/is dit niet anders.
Ik keer even terug naar (ik denk) het jaar 2002. Toen kocht ik mijn eerste computer en meteen bestelde ik bij de computerman een website van 6 bladzijden zodat ik wat meer kon vertellen over mijn bedrijf. We kwamen (toen nog) met een artikel in de krant dat wij een website over ons bedrijf gelanceerd hadden (Vernieuwend ! Toekomstgericht !). Probleem: computerman kreeg op moment van verschijnen van de krant de website niet online. Krantenartikel tevergeefs?
Het is een beetje tekenend voor die tijd dat het nog zoeken en schipperen was om iets online te krijgen, maar telkens hebben we uit al die stappen veel geleerd.
Ondertussen kwam ook www.boerenblog.blogspot.com , Hé, dat was nog een leuke tijd. En boeiend ! Met op hoogtepunt tot 300 bezoekers per dag!
In 2012 was die website van 10 jaar oud natuurlijke erg verouderd en dochter Lies wilde het aanpakken om een nieuwe website te bouwen, vanuit haar schoolervaringen en de lessen informatica.
Er was toen al groot aanbod van website-bouwers, zelfs al met CMS systemen (zelf kunnen aanpassen).
Maar ja, wat doe je met nul medewerkers en met een budget van ongeveer nul euro? Ik heb de teksten geschreven en Lies heeft het allemaal mooi geprogrammeerd via Dreamweaver, een programma dat toen eigenlijk al ferm verouderd was. Maar dat lukte, en naar mijn mening mag het resultaat zeker gezien worden!
Via een paar zelfgevonden truukjes kan Luc nu zelf de Nieuwsberichten beheren (het aanmaken van een Blog op Blogger die de nieuwsberichten automatisch in een venstertje zet op de Home-pagina) alsook de Google-agenda die in een venstertje verschijnt. Via een Jalbum foto-album kunnen nieuwe foto-reeksen opgeplaatst worden.

Maar nu zien we toch dat er wat sleet op komt. De teksten zijn niet meer allemaal brandend actueel, en er zijn problemen met het vertonen van de Baliehof-Video en met de Google Agenda. Blijkbaar zouden een paar foto's ook nog mogen aangepast worden.
Soms zeggen goedbedoelende adviseurs dat teksten op een website niet te lang mogen zijn, dat het anders de lezers verveelt. Ik heb meestal een ander inzicht: ik wil de bezoekers zoveel mogelijk informatie geven, want daarvoor komen ze toch? Wat heb ik aan de flitsende surfer die na 5 seconden vind dat het te moeilijk is? Ik wil vooral complete informatie geven aan de geïnteresseerde zoeker. Niet verwonderlijk dat regelmatig journalisten zoekopdrachten afgaan, op onze website terechtkomen, en daar de basis vinden voor ongeveer de helft van hun artikel. Of potentiële afnemers die in onze filosofie en missie net datgene vinden waar ze naar op zoek zijn.

En nu is er een probleem: de website kan niet meer aangepast worden omdat het opmaak-programma niet meer beschikbaar is, zo zouden we helemaal opnieuw moeten beginnen. En wat te doen met het budget. Is het nog opportuun om te vertrekken van een nul-euro-budget? Wat brengt dat eigenlijk rechtstreeks op, zo'n bedrijfs- website? Er bestaan wel gratis websitebouwprogramma's, maar wat is de toekomstzekerheid daarvan, en hoe zit het met de stabiliteit? En de leesbaarheid op tablets en smartphones? En hoe kan ik mij verder veiligstellen tegen eventuele hackers?

Misschien (of binnenkort) komt er een nieuwe website
Ik zal misschien ouderwets klinken, maar de huidige structuur (gemaakt door Lies) vind ik nog steeds fantastisch goed, dus eigenlijk wil ik die wel behouden.
Net alsof we de carrosserie willen behouden, maar er mag wel een nieuwe motor in.

Misschien heeft de lezer van deze lange tekst daar wel ideeën of suggesties over?
Dan hoor ik het graag.
Maar low-budget moet het uitgangspunt blijven.